|
||||||||
Twee Norse muzikanten, één Française en één Kretenzische…dat is de samenstelling van dit vanuit Noorwegen opererende strijkerskwartet. Tot daar is alles misschien nog redelijk gewoon. Als je echter naar de namen van het viertal kijkt, wordt het al veel minder gewoon: Anne Hytta, die de Hardanger viool bespeelt, won vorig jaar de heel prestigieuze “Folk Musician of the Year”-award in haar land. Dat wil al iets zeggen, me dunkt. Op nyckelharpa is er de Française Eléonore Billy, de eerste Franse, die een volledige opleiding kreeg aan het Erik Sahlstrohm-instituut van haar geadopteerde vaderland Zweden. De vrouw heeft met Gabriël Yakoub gespeeld, ze was de helft van Octantrion, één derde van SYM en een kwart van Boann, allemaal ensembles die het in de recente Franse folk heel goed deden. Op cello is er de Noorse Sigrun Eng, een klassiek geschoolde muzikante, die je terugvindt in nogal wat Noorse producties, gaande van Ingvild Koksik tot Slagr, Andreas Ulvo en het Kurt Weill Ensemble, voorwaar ook een palmares om met enig respect naar te kijken. Het viertal wordt vervolledigd door de in deze kolommen al vaak bejubelde lyraspeelster Kelly Thoma, die we doorgaans in de buurt van de grote Ross Daly aantreffen, maar die ook al minstens drie knappe platen uitbracht onder eigen naam. Samen vormen ze dus TOKSO, een kwartet dat de grenzen tussen klassiek en folk aftast en dat modale muziek tot speeltuin heeft uitgekozen. Deze “Fyrsta Morginn” is hun derde plaat,na een titelloos debuut uit 2011 en “Cor Amant” uit 2014. Anne Hytta vatte het gewaagde plan op om”Voluspá” op muziek te zetten. Die naam klinkt hier misschien niet meteen door, maar het is de Oud-Noorse versie van het scheppingsverhaal, verteld door zieneres Völva -vandaar de titel “Voluspá betekent zoveel als “de profetie van Völva”-gekoppeld aan het verhaal van de ondergang der Goden, de zogeheten Ragnarök. Dit lange gedicht van meer dan zestig strofen, is een heuse klassieker en deel van de Edda, die u ongetwijfeld uit kruiswoordpuzzels kent en het biedt dan ook ruimschoots voldoende aanknopingspunten om in muziek omgezet te worden. Alle belangrijke gevoelens, als angst en wanhoop, maar net zo goed liefde en hoop, passeren de revue en dat gebeurt in een taal die heel eigen is aan de optelsom van alle snaren, die de instrumenten van het viertal rijk zijn: 54 zijn het er en als je, zoals deze dames, meesterlijk met je instrument weet om te gaan, dan creëer je daarmee een klankenpalet, waarmee je desnoods een telefoongids tot leven wekt. De songtitels zeggen verder genoeg: “”Ár alda” betekent “Het Begin”,”Hvíta Tre” is “Witte Boom”,”Ferdin Nordan” is “Reis vanuit het Noorden”, “Fyrir sól” is “vroege ochtend”…om maar deze te noemen: belangrijke dingen/momenten in ’s mensen leven, als het ware, die hier haast visueel gemaakt worden middels alleen maar snaren en strijkstokken. Sterk, heel sterk. Voor de volledigheid geef ik nog mee dat onze geliefde percussionist Bijan Chemirani een heerlijke solo weggeeft op zijn eigen “Innsláttr” en dat ook gelegenheidsbassist Jo Skaansar een fraaie ondersteunende rol speelt, zodat je eigenlijk kunt zeggen dat TOKSO voor de gelegenheid tot een sextet uitgebreid werd. Dat doet vanzelfsprekend niets af aan de kwaliteit van dit huzarenstukje, dat je in een goeie vijftig minuten helemaal in Oud-Noorse sferen weet te brengen. Heerlijke plaat ! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||